Spelregels voor de Overdraagbare Doerak
De Overdraagbare Doerak is een populair kaartspel dat een combinatie is van gokken en sportinteresse en dat de ontwikkeling van het non-verbale geheugen stimuleert. Voor dit kaartspel heb je 36 kaarten nodig, waarvan de rollen in het spel in volgorde van anciënniteit worden gebruikt, van de laagste naar de hoogste: zes, zeven, acht, negen, tien, boer, vrouw, heer, aas.
Doel van het spel — alle kaarten vóór de andere deelnemers kwijtraken.
Waarin verschilt de overdraagbare Doerak van de gewone?
Als je niet terug wilt vechten, kan de deelnemer de zet overdragen aan de naburige tegenstander door een kaart met dezelfde waarde te gooien. In dit geval moet de volgende te dekken persoon alle aan hem overgedragen kaarten nemen of afstoten, of een andere gelijkwaardige kaart toevoegen en de zet overdragen aan de volgende speler.
Spelvoortgang
- Aan het begin van het spel krijgt elke deelnemer zes kaarten.
- Het systeem bepaalt de troefkaart, die zich op het speelveld onder de stapel kaarten bevindt. Zijn kleur wordt gedurende het hele spel als troefkleur beschouwd en maakt het mogelijk om kaarten van andere kleuren te overlappen.
- De eerste zet wordt gedaan door de deelnemer die de laagste troefkaart in zijn handen heeft en daarna gaat het met de klok mee.
- Het is toegestaan om meerdere kaarten van dezelfde waarde tegelijk op het veld te leggen, en om kaarten te gooien tijdens een weddenschap die gelijk zijn aan de kaarten die werden gespeeld en teruggevochten waren.
- Het aantal kaarten waarmee de deelnemer speelt, mag niet meer zijn dan het aantal van de slagman.
- De speler op wie de zet is gedaan, heeft drie opties: terugvechten, een kaart voor zichzelf nemen of de zet overdragen als er nog geen kaart is afgedekt.
- Om te dekken, kan de slagman kiezen uit al zijn kaarten, ofwel een hogere, maar van dezelfde reeks, ofwel een troefkaart, terwijl de troefkaarten alleen kunnen worden heroverd door de hoogste troef.
- Nadat de slag is gemaakt, ontvangen de deelnemers om de beurt de ontbrekende kaarten van de stapel (maximaal 6 stuks). Ten eerste krijgt de speler die de eerste zet heeft gedaan de winst. De laatste is degene die heeft geslaan.
Finale
De verliezer is de deelnemer die de laatste speler werd, die er niet in slaagde alle kaarten kwijt te raken.
×